Een verstrengelde band

1
4744

In de kwarteeuw die volgde op de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 verlieten meer dan 300 duizend Indische Nederlanders het land om zich in Nederland te vestigen. Het DNA van deze bevolkingsgroep was op het moment van aankomst bij velen al een mix van Europees, Aziatisch en soms ook Afrikaans DNA. Sindsdien heeft de genetic admixture – een Engelse vakterm voor het vermengen van DNA van verschillende etnische bevolkingsgroepen – ertoe geleid dat er veel Nederlanders zijn bij wie het op het eerste gezicht niet opvalt dat zij Indisch DNA in zich dragen, zoals recent prachtig geïllustreerd in het boek Twijfelindo van Armando Ello. Maar het DNA toont de Indische afkomst nog overduidelijk. Het menselijk DNA bevat minstens 22 duizend genen, de meeste in twee kopieën. Zelfs met slechts één Aziatische overgrootouder heb je gemiddeld nog 5500 Aziatische genen in de cellen van je lichaam.

Op zoek naar Aziatische genen

Op dit moment heeft ongeveer één op de tien Nederlanders een voorouder uit de voormalige kolonie Nederlands-Indië en draagt dus Indisch DNA in zich. Maar welke genen komen waar vandaan? Met het beschikbaar komen van betrouwbare en betaalbare DNA-tests ligt het antwoord op die vraag binnen handbereik. Veruit de meeste genen liggen op het autosomaal DNA (95 procent) en het X-chromosoom (4,2 procent). Het Y-chromosoom heeft maar 0,38 procent van onze genen, en het mitochondriaal DNA nog minder: 0,17 procent. Momenteel zijn er drie soorten DNA-tests op de markt: de autosomale test (waarbij het X-chromosoom door de meeste testbedrijven wordt meegenomen), de mitochondriale test en de Y-test (zie voor meer informatie over autosomaal, mitochondriaal en Y-DNA bijvoorbeeld hier). Om een globaal overzicht te krijgen van je genetische opbouw kun je het beste de autosomale test nemen, die ook het goedkoopst is. De globale herkomst van een stukje DNA kan worden bepaald aan de hand van variaties in het DNA, de zogeheten SNPs of STRs. Er zijn ongeveer 10 miljoen plaatsen in ons DNA die variabel zijn. Hoe verder de bevolkingsgroepen historisch – en vaak ook geografisch – van elkaar zijn verwijderd, des te meer verschillen er te vinden zijn op die variabele plekken. Tussen Europees en Zuidoost-Aziatisch DNA zijn die verschillen groot, en dat maakt het eenvoudig om die Aziatische stukjes te identificeren.

HarappaWorld Admixture

Voor Nederlanders met Indisch DNA is het HarappaWorld-project momenteel een goede keus om hun Aziatische genen in beeld te krijgen. Het project werkt met ruim 400 Aziatische DNA-profielen van personen die zich autosomaal hebben laten testen en die als referentie dienen voor de verschillende regio’s in Azië. Het focusgebied van dit project is India/Pakistan/Bangladesh/Sri Lanka. Er zijn zeer weinig tot geen Indonesische DNA-profielen. Desondanks kan dit project vrij goed onderscheid maken tussen Europees en Aziatisch DNA. HarappaWorld is toegankelijk via Gedmatch, een database met autosomale profielen die gemaakt zijn bij de verschillende DNA-bedrijven, zoals Ancestry, FamilyTree DNA, 23andme en MyHeritage, profielen die door gebruikers zelf zijn geüpload.

Herkomst van het autosomale DNA van de vader (links) en moeder (rechts) van de auteur. Kolommen geven de 22 autosomale chromosomen weer, van chromosoom 1 (links) naar chromosoom 22 (rechts). De kleuren (zie legenda, midden) geven weer waar DNA varianten van een bepaalde ethniciteit in dat chromosoomgebied overheersen. DNA profielen werden geanalyseerd op ethniciteit en populatieherkomst met de Admixture Harrapaworld calculator en zichtbaar gemaakt met de Admixture chromosome paint tool (Gedmatch.com).

Als voorbeeld heb ik mijn autosomaal DNA opgesplitst in wat ik van mijn vader (links) en moeder (rechts) gekregen heb. Mijn vader is Indo-Europees, terwijl mijn moeder Drentse roots heeft. Mijn moeders DNA is voor bijna honderd procent Europees, terwijl mijn vaders DNA voor zeventig procent afkomstig is uit Azië en voor dertig procent uit Europa. Dat klopt aardig met wat ik al wist door stamboomonderzoek. Wat nieuw is, is dat ik nu precies inzicht heb in welke gedeelten uit Azië komen, en ook globaal uit welke regio. Daardoor kan ik mijn DNA-matches beter plaatsen.

Databases vol Europees DNA

Gedmatch is eveneens een goed platform om aan de hand van je DNA-profiel familieverbanden te vinden en te onderzoeken. Met de One-to-many-functie krijg je een overzicht van wie er in de database een of meerdere DNA-fragmenten heeft die identiek zijn aan jouw DNA. Voor Indisch DNA is er een probleem. Tot nu toe zit er vooral Europees DNA in databases zoals die van Gedmatch. Met mijn moeders deel van mijn DNA vind ik 1243 betrouwbare matches, met mijn vaders DNA slechts 256, die – op een paar uitzonderingen na – matchen met mijn vaders Europese DNA. Het is niet verbazingwekkend dat vooral Europeanen hun DNA laten testen. Indonesiërs kunnen zich deze luxe veelal niet veroorloven. Maar heel veel Indonesisch DNA zwerft rond in Indische Nederlanders en door hun DNA-tests komt er toch behoorlijk wat Zuidoost-Aziatisch (en Chinees) DNA in de database. Dit is een van de redenen dat de Indische Genealogische Vereniging het laten testen van DNA stimuleert. Behalve bij Gedmatch kun je natuurlijk ook matches vinden bij het DNA-bedrijf waar de test is gedaan. Het is alleen niet zo eenvoudig om te weten te komen welke matches Europees zijn en welke Aziatisch. Alleen MyHeritage heeft een functie om te selecteren op etniciteit (update: sinds kort kan dit ook bij Familytreedna). De methodiek voor het correct afleiden van herkomst binnen continenten is overigens nog volop in ontwikkeling. Ancestry heeft onlangs een verbeterslag hierin gemaakt, en ook andere DNA bedrijven investeren sterk hierin.

De vader- of moederlijn

99,5 procent van onze genen kunnen worden getest met behulp van de autosomale (inclusief X-chromosoom) tests. Waarom zou je je dan druk maken over die laatste halve procent die op het Y-chromosoom en in de mitochondriën liggen? Voor degenen die zich iets meer hebben ingelezen (bijvoorbeeld: hier) is het antwoord vanzelfsprekend: het Y-chromosoom volgt de mannelijke afstammingslijn en het mitochondriaal DNA (mtDNA) de vrouwelijke. Anders dan de autosomen en het X-chromosoom wordt het Y-DNA vrijwel onveranderd doorgegeven van vader op zoon en het mtDNA van moeder op zoon of dochter. Analyse van het Y- en mtDNA geeft dus zicht op onze afstamming van vaders of moederskant. Veel Indische Nederlanders hebben een Nederlands- of Europees klinkende achternaam. Dat suggereert dat hun mannelijke voorvader uit Europa afkomstig is, want net zoals het Y-chromosoom volgt de achternaam doorgaans de mannelijke afstamming. Maar is dat wel zo? Mijn Indische grootmoeder is een Brouwer, afkomstig uit een grote, oude, Indische familie. Onderzoek naar de herkomst van deze familie stokt eind achttiende eeuw bij de ‘Inlandse Burger’ Johannes Arnoldus Brouwer, afkomstig uit het Noord-Javaanse plaatsje Pekalongan.

Fragment van een lokale landmonsterrol van Pekalongan uit 1794, waar de Inlandse Burger Johannes Arnoldus Brouwer wordt vermeld.

Een Inlandse Burger kan van alles zijn. Bijvoorbeeld een volbloed Aziaat uit India, die gedoopt is door een dominee Brouwer. In onze familie doen verschillende herkomstverhalen de ronde. Zo zouden de Indische Brouwers afkomstig zijn van de Friese Brouwers, die weer zouden afstammen van de bekende wederdoper Menno Simons. Volgens een ander verhaal zijn wij nazaten van de in 1581 geboren gouverneur-generaal Hendrik Brouwer. Vóór het tijdperk van de DNA-genealogie was er geen hoop dat een van deze familieverhalen ooit kon worden bevestigd of ontkracht. Nu wel. Een van de mannelijke afstammelingen van de familie Brouwer, Frans Brouwer, heeft recent zijn Y-chromosoom laten testen. Het resultaat was overduidelijk: R-M269, een Y-chromosoom dat West-Europees is. Wellicht dat we ooit een match krijgen met een mannelijke nakomeling van ofwel Menno Simons ofwel Hendrik Brouwer. Of natuurlijk iemand anders met de naam Brouwer.

Volg de mannelijke lijn. Verspreiding van Y chromosoom haplotype R-M269. Roodtinten geven het percentage mannen met dit haplotype aan. Rechts: Kandidaat oervaders van de Indische Brouwers: Wederdoper Menno Simons (boven) en Gouverneur Generaal Hendrik Brouwer (onder).

Oma’s Tjang

Veel Indische families hebben één of meer Oma’s Tjang: Javaanse of Chinese voormoeders die in sarong en kabaja op oude familiefoto’s staan (in Midden-Java bestaat het woord Tjang (Cang) nog altijd en wordt het gebruikt in de zin van betovergrootvader of –moeder; wellicht is Tjang in de negentiende en begin twintigste eeuw gebruikt als ‘oude oma’). We weten vaak bijna niets van deze Oma’s Tjang, soms niet eens hun naam. Maar door de vrouwelijke lijn terug te volgen met behulp van het mtDNA kunnen we toch iets van deze vrouwen te weten komen.

Een mooi voorbeeld is de vrouwelijke afstammingsreeks beginnend bij Teh Ing Nio, geboren rond 1825. Van deze vrouw is niets bekend, behalve haar Chinees aandoende naam en dat zij een relatie had met Francis Ord Marshall, waaruit dochter Ellen Marchal werd geboren (P.J.C. Martens, De matrilineaire afstamming van Jesse Wigatha Snowdrop Bouman. Indische Navorscher Nieuwe Serie, Vol. 13, p. 168). Een mtDNA-test bij een van de nakomelingen van Ellen in de vrouwelijke lijn gaf als resultaat het mitochondriaal haplotype B4c1b2a2. Deze variant van het mtDNA komt vooral voor in de eilanden van Zuidoost-Azië, zo ook in het huidige Indonesië.

Volg de vrouwelijke lijn terug. Zes generaties in de vrouwelijke lijn, beginnend met Teh Ing Nio, geboren ca. 1825. Geboortejaren boven de portretten. Het MT haplotype B4c1b2a2 wordt vrijwel onveranderd van moeder op kind doorgegeven.

Hieruit kunnen we afleiden dat Teh Ing Nio, ondanks haar naam, deels van niet-Chinese afkomt was. Wat opvalt in de reeks vrouwen die begint met Teh Ing Nio is dat na drie generaties het Aziatische uiterlijk vrijwel is verdwenen, terwijl het Aziatische mtDNA nog altijd voortleeft. Ongetwijfeld dragen veel Nederlanders Aziatisch mitochondriaal DNA in zich, zonder zich bewust te zijn van hun innige band met Nederlands-Indië.

Indisch DNA in Indonesië

Zoals talrijke Nederlanders Aziatisch of Afrikaans DNA met zich meedragen vanuit de Indo-Europese of Indo-Afrikaanse samenlevingen in Nederlands-Indië, zo dragen talrijke Indonesiërs Europees, Chinees of Afrikaans DNA met zich mee. Maar hoe ziet Indonesisch DNA er eigenlijk uit? Er zijn tot nu toe weinig tot geen Indonesiërs die hun DNA hebben laten testen bij een van de commerciële DNA-bedrijven. Om ergens te beginnen heeft de Indisch Genealogische Vereniging een Indisch DNA Fonds opgericht dat DNA-tests vanuit Indonesië ondersteunt. De eerste resultaten worden dit jaar verwacht. Een andere bron van Indonesisch DNA komt van geadopteerden uit Indonesië. Van 1973 tot 1983 zijn zo’n 3000 Indonesische kinderen in Nederland geadopteerd. De adoptieprocedure was vaak schimmig en veel adoptiepapieren blijken onvolledig en/of vervalst. Zoeken op basis van gegevens uit die documenten werkt dan niet en veel van de geadopteerden zijn daarom onbekend met hun biologische familie. DNA-onderzoek is voor hen in toenemende mate interessant. Ze hopen op betrouwbare matches tussen de geadopteerden onderling of met andere mensen in de verschillende databases. Interessant genoeg komen hun matches vaak niet uit Indonesië, maar uit Nederland dankzij het DNA dat Indische Nederlanders hebben laten testen. Via een grote omweg kunnen zij op die manier familie op het spoor komen. De Indische Genealogische Vereniging helpt geadopteerden graag om familieverbanden in kaart te brengen.

Nederland en Indonesië delen een diepe band, die is gegroeid gedurende 600 jaar lief en leed. Of we het leuk vinden of niet, deze band zal nog eeuwen in ons DNA te vinden zijn, zowel in Nederland als in Indonesië. Het is mijn hoop dat het besef van gedeeld DNA zal leiden tot een nauwer contact tussen Nederlanders en Indonesiërs.

Dit artikel werd in iets andere vorm oorspronkelijk gepubliceerd in Gen. Magazine voor familiegeschiedenis 24 (2018) nr. 4 blz. 54-57. Tijdschrift voor Vrienden van het CBG | Centrum voor familiegeschiedenis. De auteur is universitair hoofddocent celbiologie en datawetenschappen aan het Erasmus MC te Rotterdam. Hij is actief binnen de Indische Genealogische Vereniging.

Met dank aan

Mijn ouders voor hun DNA, Barbara Bouman, Peter J.C. Martens en Ralph Ravestijn voor het delen van portretten en informatie uit de vrouwelijke lijn van Teh Ing Nio en uit het te verschijnen artikel over Francis Ord Marshall, Frans Brouwer voor zijn Y-chromosoomanalyse en Jeroen Schuddebeurs voor informatie over Indonesische geadopteerden.

1 REACTIE

  1. Met grote interesse dit uitstekend artikel gelezen.

    Aanvullend op hetgeen in de laatste paragraaf “Indisch DNA in Indonesië” is beschreven kan ik onderstaand praktijkvoorbeeld doorgeven.

    De moeder van een ver familielid is een Indonesische.
    Haar resultaten in MyHeritage waren 79,9 % Oost-Azië en 20,1 % Oceanië, verder onderverdeeld in
    61,2 % Filippijns/Indonesisch/Maleisisch
    16,0 % Thais en Cambodiaans
    2,7 % Chinees en Vietnamees
    17,5 % Papoeaans
    2,6 % Melanesisch

    Zij heeft slechts 6 DNA matches. Deze zijn allen 100 % Oost-Azië en zitten in de USA en Australië.
    Haar dochter (vader is Indo) heeft 2.700 DNA matches, merendeels door het hoge Ashkenazi Joods percentage van vaders kant.

    In Gedmatch heeft zij iets meer matches (66) en haar etniciteit onderverdeling in HarappaWorld is:
    ZO-Aziatisch 49,89 %
    Papoeaans 23,90 %
    NO-Azië 18,12 %
    Z-Indiaas 6,14 %
    Beringiaans 1,06 %
    Amerikaans 0,27 %
    O-Afrikaans 0,21 %
    ZW-Aziatisch 0,19 %
    Pygmees 0,15 %
    Baloch 0,05 %

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.