Na het uitpluizen van mijn eigen Friese en Groningse familiegeschiedenis waagde ik me aan de ‘roots’ van mijn vrouw Oe Wang An. Eeuwenoude Chinese tradities en een flinke dosis geluk zorgden voor een spectaculaire ontknoping.
Mijn Chinese schoonvader Oe Po Liem (1929-2011) kwam vanuit Nederlands-Indië voor zijn studie naar Amsterdam waar hij zijn Nederlandse vrouw ontmoette. Samen bouwden zij hier een bestaan op.
Po Liem vertelde graag over zijn jeugd op Java. Zo was een kamer in het huis van zijn opa van moederskant voor hem streng verboden terrein. Als jongetje was hij er toch een keer naar binnen gegaan en had hij stiekem een blaadje gescheurd van de kalender die naast het altaar hing.
Een luchtig verhaal over een kwajongensstreek dat tegelijk iets vertelde over het Chinese gehalte van de leefwijze van zijn grootvader Tjan Djie Peek (1883-1956). Namelijk dat hij nog een echt familiealtaar had. Voor Wang An een totaal onbekend fenomeen, voor mij iets dat mijn interesse voor familieonderzoek een nieuwe impuls gaf.
Sterke verhalen
Om meer te weten te komen over het leven van Tjan Djie Peek raadpleegde ik zoveel mogelijk familieleden. Zij begonnen vaak over een periode die in de familie ‘De Gouden Tijd’ heette. Zo schreef een 90-jarige dochter van Tjan Djie Peek, bij ons bekend als tante Tien, vanuit Jakarta dat haar vader had gewerkt voor de firma Kwik Hoo Tong die onder meer in suiker handelde.
Via Google kwam ik uit bij een studie van de wetenschapper Peter Post over dit bedrijf. Kwik Hoo Tong bleek een groot multinationaal bedrijf te zijn geweest dat begin twintigste eeuw onder Chinese leiding vanuit Nederlands-Indië opereerde.
Sterke verhalen uit de familie vielen op hun plaats. Zoals over het huis met dierentuin, tennisbaan en bioscoop waarin het gezin van Tjan Djie Peek een tijd had gewoond.
Of over het luxueuze trouwfeest van de grootouders van Wang An dat een week duurde, nadat zij op Chinese wijze door een huwelijksmakelaar waren gekoppeld.
Enige tijd na het overlijden van zijn baas vertrok Tjan Djie Peek bij het bedrijf Kwik Hoo Tong. Hierna leidde hij een veel soberder bestaan als boekhouder van een suikerplantage.
Tante Tien uit Jakarta had ook alle namen van de broers van Tjan Djie Peek paraat. Als toegift kreeg ik de naam van haar opa Tjan Lian Tjioe (geboorte- en overlijdensdatum onbekend). Volgens haar was het voor honderd procent zeker dat hij vanuit China naar Nederlands-Indië was geëmigreerd. Maar net als de rest van de familie had ze geen idee waarvandaan hij was vertrokken.
Huis op palen
Bij de andere tak, die van mijn schoonvaders vader, ontstond ook dankzij nazaten een beeld van het leven van deze familie. Hun verhalen speelden zich af vanaf het eind van de negentiende eeuw.
Mijn schoonvaders opa Oe Eng An woonde met zijn gezin op Borneo in een huis op palen langs een grote rivier. Om zijn loyaliteit aan de keizer te bewijzen was hij net als andere Chinese mannen verplicht een vlecht te dragen. Na de stichting van de Chinese Republiek (1912) moest hij deze juist afknippen.
Oe Eng An was ‘Luitenant der Chinezen’ in zijn woonplaats Bandjermasin. Die officiële Nederlands-Indische bestuursfunctie maakte dat hij een sleutelfiguur in de Chinese gemeenschap was. Dat bracht onder meer bemoeienis met rechterlijke zaken met zich mee.
Mijn schoonvader vertelde dat het bedrijf van zijn opa huishoudelijke artikelen over de rivier het binnenland in vervoerde en op de terugweg rubber meebracht. Een geraadpleegde geschiedenisdocent uit Jakarta trof in het nationaal archief van Indonesië (ANRI) materiaal aan over connecties van de familie Oe met andere Chinese zakenfamilies en Chinezen in bestuurlijke posities. Ook was in het ANRI documentatie over meerdere grote zeewaardige schepen, waaronder een stoomschip, die in het bezit waren van verre familieleden.
De juiste karakters
Chinese families hielden traditiegetrouw de namen van de mannen bij in familieboeken. In China heet zo’n boek Zupu of Jiapu. Deze boeken werden meestal bewaard in het ‘stamdorp’ waar een familie sinds generaties had geleefd.
De Chinese genealogie is vanwege deze traditie dan ook vooral afhankelijk van de mannelijke familielijnen die op papier zijn gezet. Daarbij draait het om het terugvinden van de juiste Chinese karakters die in het familieboek zouden moeten staan. Het lastige is dat die karakters na de emigratie uit China naar Nederlands-Indië nogal eens in de vergetelheid zijn geraakt.
In Nederlands-Indië noteerde de overheid Chinese namen fonetisch aan de hand van hoe mensen hun naam zelf uitspraken. Die uitspraak hing samen met waar zij vandaan kwamen. Het is dan ook goed om te weten dat veel Chinezen in Nederlands-Indië afkomstig waren uit de provincie die nu Fujian heet, waar Hokkian werd gesproken.
Stand van de maan
Traditioneel bestaat elke Chinese naam uit drie karakters. Het eerste karakter is de familienaam, gevolgd door de generatienaam, en daarna de eigennaam van de persoon. Broers en ook neven hebben vaak dezelfde generatienaam.
Het was de gewoonte dat die generatienamen successievelijk samen een gedicht gingen vormen. Bij familieonderzoek kan dit achteraf een aanknopingspunt zijn voor onderlinge familieverbanden. Ingewikkeld is wel dat men soms voor iemand een andere generatienaam koos om cultureel bepaalde redenen. Een als ongunstig beschouwde stand van de maan of zon bij de geboorte van de betrokkene is daar een voorbeeld van.
Verder kent China honderd familienamen die het meest voorkomen. Maar de generatienaam en eigennaam zorgen als het goed is voor een persoonlijke, unieke combinatie van karakters voor iedereen. Vernoemen zoals hier vaak voorkomt is er niet bij. Niemand in de wijde omgeving heet dan ook hetzelfde.
Gulle gever
Naar de originele karakters van Tjan Djie Peek hoefde ik niet lang te zoeken. Hij had in zijn laatste woonplaats Salatiga een klassiek Chinees graf laten bouwen. Twee kleinkinderen stuurden een foto van het graf waarin de originele karakters van hem en zijn vrouw waren gebeiteld.
Waar zijn vader Tjan Lian Tjoe is begraven is niet bekend. Maar in zijn geval was het Kong Koan archief van de Chinese raad van Batavia een uitkomst. In dit archief zijn de oorspronkelijke karakters van veel Chinezen die in Nederlands-Indië leefden opgenomen. De desbetreffende families kennen tegenwoordig vaak alleen de westerse spelling.
De naam van Tjan Lian Tjioe (曾莲洲) dook ook op in een studie naar de Chinese aanwezigheid in Nederlands-Indië. Samen met andere sponsors staat hij vermeld als ‘gulle gever van honderd zilveren guldens’ op een plaquette in een Chinese tempel in Djokjakarta.
Op de grafsteen van Tjan Djie Peek (曾如柏) bleken verder twee karakters te staan (龍山) die ‘Drakenberg’ betekenen. Op een website van Chinezen met de naam Tjan las ik dat de Drakenberg een plek was waar in de tiende eeuw een voorname Tjan was neergestreken. Toen zijn familie zich uitbreidde en verspreidde, ging de naam Drakenberg staan voor een wijder verband dat als clan bekendstaat, van mensen met de naam Tjan.
Beeldtaal
Via de Tjan-website lukte het contact te leggen met een Indonesische nazaat van de Drakenberg-clan. De generatienaam Djie herkende hij als veelvoorkomend bij een tak van de Tjan familie in het zuidoosten van China. Geholpen door deze Indonesische kennis vond ik een Chinese website met teksten van heel veel oude familieboeken. Daarbij waren ook de boeken waar naar zijn idee de voorouders van de familie Tjan hoogstwaarschijnlijk in stonden.
Bladzij na bladzij keek ik deze door, wat moeilijker klinkt dan het was. De karakters van Tjan Lian Tjioe kon ik inmiddels dromen en Chinees is niet voor niets een beeldtaal. Net als de logo’s van NS en Philips zouden ze makkelijk herkenbaar zijn.
Zo ging het inderdaad. De naam van de zoon van Tjan Djie Peek stond er ook bij, net als de namen van diens broers die tante Tien uit Jakarta had doorgegeven. Bijna anderhalve eeuw na de emigratie van de betovergrootvader van Wang An naar Nederlands-Indië waren we vanachter de computer terug in China.
De stamboom in het familieboek ging spectaculair ver terug in de tijd. Met verwijzingen naar beroemde voorouders van de Tjan clan zoals de leerling van Confucius die Zengzi heette.
Een Maleisisch-Chinese genealoog maakte voor mij de aansluiting met een andere stamboom, nog eens tweeduizend jaar verder terug in tijd. Tot en met de Gele Keizer van wie alle Han Chinezen zouden afstammen.
Het spreekt voor zich dat naar wetenschappelijke maatstaven geen bewijs is geleverd voor de juistheid van deze eeuwenoude voorouderlijnen. Datzelfde geldt voor de bloedverwantschap van alle leden van clans. Dat neemt niet weg dat het gevoel dat iedereen van dezelfde clan familie van elkaar is tot de dag van vandaag sterk leeft onder veel Chinezen. Een gegeven dat sterk tot mijn verbeelding spreekt. Kees Kuiken heeft het fenomeen treffend beschrevenin zijn handboek ‘Chinese Roots’.
Op zoek
Het speuren naar de oorsprong van de familie Oe gaat voorlopig door. Voor onderzoek op Borneo zocht ik contact met een lokale gids van toeristen die tegen een redelijke vergoeding Chinese begraafplaatsen bezocht. Helaas vond hij geen enkele grafsteen met Chinese karakters van een Oe. Een oorzaak zou kunnen zijn dat die karakters al generaties lang niet meer gebruikt zijn.
Maar misschien komt er in de toekomst nog iets naar boven. Archieven worden dankzij digitalisering toegankelijker. Ook de Mormonen, zoals deze christelijke stroming bij buitenstaanders bekendstaat, zijn hun foto’s van genealogische gegevens aan het digitaliseren. Verder zijn oude kranten uit Nederlands-Indië online via Delpher te doorzoeken.
Bovendien opende het bedrijf My China Roots in Beijing onlangs de nieuwe website Online Root Quest. De Nederlands-Chinese oprichter Huihan Lie wil hiermee wereldwijd Chinezen, ook beginners, helpen die op zoek zijn naar hun familiegeschiedenis in China. Als je online vastloopt of lokaal onderzoek in China nodig hebt, is het team van het bedrijf inzetbaar.
Wierook
Na het vinden van de roots van de familie Tjan kwam er een mailtje van een redactie van de Chinese televisie. Of wij wilden meewerken aan een documentaire over oude familietradities die in China steeds minder een rol spelen. Een goede bekende van ons had ze getipt. Dat een Nederlands gezinnetje zich zo vasthoudend interesseerde voor Chinese voorouders, maakte hen nieuwsgierig.
Onder het toeziend oog van camera’s werden wij verwelkomd door ongeveer negentig nazaten van een broer van Tjan Lian Tjioe. De meesten woonden nog steeds in het dorp waar deze betovergrootvader van Wang An is geboren en uiteindelijk weggegaan. Het huis waarin hij opgroeide stond er nog. Een monumentale Chinese boerderij die rond 1840 is gebouwd, prachtig versierd met ornamenten.
Op de binnenplaats bewonderden we het familieboek uit de negentiende eeuw; het ultieme bewijs dat we familie zijn. De uitnodiging om met wierook de voorouders te eren namen we graag aan. Zo begon en eindigde deze magische ervaring bij twee Chinese altaars, mijlenver van elkaar verwijderd. Een hereniging na vijf generaties.
Tjabring van Egten (rechts) is ICT-er en bij de IGV aanspreekpunt voor Chinese genealogie in voormalig Nederlands-Indië. Met medewerking van Oe Wang An (links), die onlangs werd geïnterviewd over haar Chinese roots in het VPRO programma Bureau Buitenland. Hun dochter, Tianna (midden), is geboren in 1998. Dit artikel werd in iets andere vorm oorspronkelijk gepubliceerd in Gen. Magazine voor familiegeschiedenis 24 (2018) nr. 4 blz. 18-21. Tijdschrift voor Vrienden van het CBG | Centrum voor familiegeschiedenis.
Literatuur
- Wolfgang Franke, Claudine Salmon, Guojian Xiao (red.). Chinese epigraphic materials in Indonesia II (1-2), Java. Singapore: South Seas Society, 1988. Aanwezig in Universiteitsbibliotheek Leiden. Op pagina 651 staat de afbeelding van de plaquette waarop de naam van Tjan Lian Tjioe (曾莲洲) als donateur voor de herbouw van de Zhen Ling Gong tempel in Yogyakarta, 1906.
- Gerard Jansen, Vreemde Oosterlingen (Deventer, 1940). Tweedehands verkrijgbaar.
- Kees Kuiken, Chinese Roots, Voorouders van verre deel 7 (Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag, 2011). Binnenkort digitaal verkrijgbaar.
- Peter Post. The Kwik Hoo Tong Trading Society of Semarang, Java: A Chinese Business Network in Late Colonial Asia. Journal of Southeast Asian Studies Vol. 33, No. 2 (Jun., 2002), pp. 279-296. Digitaal beschikbaar.
- J.L. Vleming, Het Chineesche zakenleven in Nederlandsch-Indië (Weltevreden 1926). Digitaal beschikbaar.
Websites
- ANRI – https://www.anri.go.id
- Chinese genealogy forum – http://siyigenealogy.proboards.com/forum
- Delpher – https://www.delpher.nl
- Kong Koan archief – Kong Koan Papers (吧城公館)
- Online Chinese Root Quest – http://orq.mychinaroots.com/rootquest
- The Kwik Hoo Tong Trading Society of Semarang, Java: A Chinese Business Network in Late Colonial Asia – https://www.jstor.org/stable/20072416
- Wikipedia, Chinees-Indonesische achternaam – https://nl.wikipedia.org/wiki/Chinees-Indonesische_achternaam
Beste Tjabring,
Ik ben sinds kort ook bezig met het uitzoeken van mijn Chinese/Indonesische familie.
Nou zag ik dat je schreef over de familie Tjang. De moeder van mijn oma heet: Tje Yong Tjang en is geboren in China. Komt de naam toevallig voor in jouw stamboom?