Betekenis van een inlandse naam

#3702
robdumasRob Dumas
Participant

Haar naam zal zijn geweest Nji Ninta. Nyai of afgekort Nji is in het Soendaas een aanspreekterm tot vrouwen en meisjes (ook in verbinding met eigennamen), Ninta was dus haar eigenlijke naam. De betekenis van Ninta is (mij) onbekend.

Siti wordt in het Maleis gebruikt als aanspreekterm tot een vrouw of meisje (en wordt geplaatst voor eigennamen). Vergelijk het met het gebruik van “Mejuffrouw” in het Nederlands. In het ouder Maleis werd Siti gebruikt voor meisjes/jonge vrouwen van aanzien. Soehari (in de moderne spelling “Suhari”) is afkomstig uit het Islamitisch taalgebruik van het Arabisch en duidt aan het einde van de avond vlak vóór de dageraad. De naam Soehari / Suhari wordt gewoonlijk gegeven aan een baby jongetje.

Ik heb het sterke vermoeden dat de sierlijke benamingen van Siti en Soehari aan Nji Ninta werden gegeven door haar nazaten om haar in een iets maatschappelijk hogere positie te plaatsen en van haar een bijzondere vrouw te maken dan “slechts” dat zij een vrouw uit het gewone volk was.

In andere Nederlands-Indische families gaat het verhaal de ronde dat hun Indonesische voormoeder een inheemse/Javaanse prinses was geweest. Vermoedelijk had in veel gevallen zo’n verhaal over een inheemse voormoeder in de genoemde families dezelfde achtergrond zoals hierboven is geschetst. Natuurlijk moet de inheemse (ik houd niet van het woord ‘inlandse’) voormoeder veelal voor haar nakomelingen een speciale vrouw zijn geweest, maar dit hoeft niet in te houden dat zij van (laag) adellijke afkomst moet zijn geweest.

Wat wel van Nji Ninta gezegd kan worden op grond van de aanspreekterm “Nji” in het Soendaas voor haar (eigen)naam, dat zij een Soendanese moet zijn geweest.

N.B. Personen van Soendanese of Javaanse adellijke afkomst hebben een familienaam. Bij Nji Ninta ontbreekt een familienaam.