Tj. Schillhorn van Veen
Forum Replies Created
-
AuthorPosts
-
6 May 2020 at 20:57 in reply to: “Leger” Janssens voor en t.t.v. overdracht Indië aan de Engelsen 1811 #36693Tj. Schillhorn van VeenParticipant
De militaire stamboeken van die tijd schijnen op het ARA te liggen (niet gezien). Heel weinig bekend (zoals gewoonlijk als het de verliezende partij betreft). En de meeste locale soldaten liepen gewoon weg. Niet duidelijk of de Engelsen de namen van krijgsgevangen (“..large proportion of generals, staff-officers and troops made prisoners in the action and pursuit”;Thorn) registreerden en zo ja waar die lijsten zijn.
Diverse verslagen zoals van Nahyus van Burgst:”Verovering van het eiland Java…”, (in KITLV), B von Saksen-Weimar,”Precies de la campagne de Java en 1811″ (Google books), G. Nijples: Oost-Indische krijgsgeschiedenis deel 1 “De verovering van Java…”(Google books), H.M. de Kock/J. de Hullu: “Apercu sur ce qui s’est passe de Java depuis 4 aout jusq’au 18 septembre 1811” in de Indische Gids van 1919,1110, en diverse verslagen in het “Militaire Tijdschrift” zo’n 50-70 jaar later, noemen namem van een paar (falende) generaals en officieren, geen lijsten van namen.
W.Thorn in “The Conquest of Java” (oorspr. 1815, heruitgegeven in 2004 Periplus editie) geeft statistieken en ook vaak de namen van (gevallen) officieren aan de Engelse kant: in de Slag bij Meester Cornelis (eind Aug.1811) b.v. vielen er 62 Engelsen,en werden 371 gewond, bij de “natives”(Indiers) waren er resp.23 en 50. Geen gegevens over de Franse kant.
Het merkwaardige is dat in de Doodenlijsten van Batavia (met naam en datum; vroeger op fiches in het CBG, ik weet niet waar ze nu zijn. Leeuwarden?) in maand Augustus 1811 vergelijkende-wijs weinig oorlogsslachtoffers worden genoemd (een Fransman hier en daar, een paar Engelsen en maar nauwelijks Nederlandse militairen; in de maanden na Aug. liep het aantal overledenen in het militaire hospitaal wel op).
Misschien wetren anderen meer.
TjTj. Schillhorn van VeenParticipantAls Uw voorvader in Batavia woonde, kijk dan in de “dodenlijsten” van Batavia (vroeger op fiches in CBG; wet niet waar ze nu zijn)
Tj. Schillhorn van VeenParticipantAlle waardering voor het DNA initiatief en het enthousiasme van Maarten Formerod maar ik mis een aantal waarschuwingen. Het valt mij op (via DuckDuckGo) dat er in Nederland niet zo veel aandacht aan de risico’s wordt besteedt (zie voor Engels-taaligen bv Wirecutter van 30/8/2017).
1. Privacy. Wat gebeurd er met de analyse resultaten en wat gebeurd er met het test materiaal? Het is bekend dat een aantal van de maatschappijen die deze testen aanbieden de resultaten ook verkopen aan de farmaceutische industrie en misschien zelfs aan verzekerings maatschappijen en anderen; de anonimiteit die ze de klanten verzekeren varieert (maar wat is anoniem in de huidige tech wereld?). Ook de politie heeft toegang tot de resultaten en tot het eventueel opgeslagen test materiaal.
Het verdient aanbeveling om de foldertjes heel goed te lezen of zelfs direct de test maatschappij te vragen over deze zaken: sommige maatschappijen zijn bereid om het test materiaal niet op te slaan en/of, op verzoek, de resultaten niet verder te gebruiken of uit te wissen.
2. De kwaliteit van de testen en maatschappijen varieerd. Dit compliceert onder vergelijkingen van resultaten (in Amerika hebben deze maatschappijen een qualiteits fiat nodig van de Food & Drug Adminstration).
3. Er zijn nog geen testen op de markt die specifiek zijn voor Aziatische genealogie (wel voor Afrikaanse bv “AfricanAncestry”) dus de resultaten zijn vrij globaal; maar uiteraard vaak leuk voor de familie etc.Een database binnen de IGV is dan wel aardig, maar het lijkt me moeilijk om de privacy te waarborgen (“hackproof” te maken). Participanten moeten wel geïnformeerd worden over het risico dat hun gegevens niet meer volledig privé zijn. Ik neem ook aan dat er een soort aansprakelijkheid’s risico is voor de IGV als de data niet heel goed versleuteld zijn.
Tjaart
Tj. Schillhorn van VeenParticipantRob,
Vanaf ongeveer 1850 werden in Nederlands-Indië drie bevolkingsgroepen onderscheiden: Inlanders, Vreemde Oosterlingen, en Europeanen (goeddeels Nederlanders, maar – merkwaardig – later ook Japanners). Tot welke groep men behoorde was bepalend voor de rechtspositie in de Ned-Indische samenleving. Verder was de rechtspositie van de man bepalend voor die van de vrouw en kinderen. Een niet-Europese vrouw kreeg automatisch de status van Europeaan door huwelijk met een Europese man. De wettige kinderen van een Europese vader maakten eveneens automatisch deel uit van de Europese bevolkingsgroep.
Maar vanaf 1854 was het mogelijk (Regering besluit # 109) voor de Gouverneur Generaal om aan niet-Europeanen dezelfde rechtspositie te verlenen als Europeanen: Inlanders, Chinezen en andere Vreemde Oosterlingen konden gelijkstelling aanvragen bij de GG. De gelijkgestelde’s rechten waren beperkt en gaf geen recht op het Nederlanderschap. Gelijkstelling was in het begin niet makkelijk: pas in 1871 vond de eerste gelijkstelling had plaats bij ordonnantie.
Daarnaast bestond voor kinderen de mogelijkheid van adoptie, een begrip dat later werd vervangen door ‘erkenning’: indien een man het kind van een (ongetrouwde) vrouw uit een andere bevolkingsgroep als het zijne erkende, ging dit kind naar de groep van de vader over. Afstammelingen van deze kinderen in de mannelijke lijn namen eveneens de status van de vader aan.
Oorspronkelijk waren er vrij stringente voorwaarden voor gelijkstelling: christelijke godsdienst, onderwerping aan het Nederlandse privaat en handelsrecht, en geschiktheid: Later werd het gemakkelijker: vanaf 1894 verviel de voorwaarde van het “aanhangen van de christelijke godsdienst”, vanaf 1913 de – nogal vage –voorwaarde van “geschiktheid voor de Europese maatschappij”.
Het geheel werd in 1920 nog eens herzien, de term “gelijkstelling” werd (juridisch) afgeschaft en vervangen door “toepasselijk verklaring” .Tj. Schillhorn van VeenParticipantZoals gezegd houd ik me slechts zijdelings bezig met de Morren/v. Ravensberg familie. Maar via Delpher vind ik minstens 5 kinderen van mevr. J.C.A.A. Morren–de Haasen geboren tussen 1874 en 1885 (bevestigd door laatste bericht van Ben W.). Deze mevr. is in op 12 jan. 1887 op 34 jarige leeftijd overleden, en dat zou misschien verklaren waarom de kinderen, later dat jaar, in het bezit kwamen van een perceel in Soerabaja. Waarschijnlijk te vinden in notarieële acten, maar of die nog bestaan is de vraag.
Tj.
Tj. Schillhorn van VeenParticipantDe 7 betreft de kinderen van Johan Charles A.E. Morren, de oudste broer van Henri: 5 kinderen met echtgenote Clara Ida Hermine van Essel, en 2 erkende voorkinderen. Zoals geschreven waren de eerste 6 bij geboorte geregisteerd als Morren, de jongste als van Ravensberg.
Maar ouders Frederik Willem Morren en Johanna C.M.A van Haasen hadden meer dan 3 kinderen; een aantal zijn jong overleden.
V.w.b. de plantage: Frederik Willem was administrateur van de koffie plantage Bantaran (bij Blitar), maar was ook betrokken bij het oprichten van de “Blitar Kultuur Mij” in 1887/88 (zie Soer. Handelsblad 24/12/1887 etc.).
Met vr groeten
Tj.
Tj. Schillhorn van VeenParticipantMisschien ook wel aardig om te weten dat Henry’s broer Johan Charles August Emiel in 1914 zijn naam (Morren) veranderde in van Ravensberg (waarvan alle 6 kinderen waren geregisteerd als Morren behalve de laatste (Johanna, geb. 29-11-1914) die geregisteerd werd als van Ravensberg. Later hebben ook de daarvoor geboren kinderen die naam aangenomen. (Gegevens van Mevr. Julsing-van Ravensberg).
MvrGr
Tj Schillhorn
Tj. Schillhorn van VeenParticipantKunt U vertellen wat U al heeft gevonden. In Etmans: ” Bevolking van Banda” (deel 1, 162) staan gegevens over het huwelijk en 13 kinderen van perkenier Willem van der Sluijs en Ida Magdalena Vrijmoed (zonder “t”). Van een aantal van deze kinderen worden relaties en verdere kinderen genoemd, w.o. van den Broeke, Klutzow en Stern. Maar misschien heeft U dit reeds.
Vr. groeten
Tj.
Tj. Schillhorn van VeenParticipantDank Dennis.
Nog even ter verduidelijking, de gelijkstellings lijst is in alphabetische volgorde. De lijsten in de Staatsblad niet.
Vaak wordt de gehele familie gelijkgesteld en de namen worden dan per familie in het Staatsblad aangegeven. Omdat de woonplaats ook is vermeld, kan men een idee krijgen van de namen van een vader (vaak als eerste vermeld), de kinderen en, de moeder (vaak als laatse vermeld en onder haar meisjes naam).Tjaart
Tj. Schillhorn van VeenParticipantHet Staatsblad v. Ned. Indie van 1861 (#38) worden huwelijken in de “Molukse eilanden” geregeld. In art. 3 staan een aantal bepalingen waaronder “.. dat de jonkman den vollen leeftijd van 18 jaar, en de jonge dochter dien van 15 jaar heeft bereikt”
Tjaart
Tj. Schillhorn van VeenParticipantInderdaad een beetje vreemd verhaal. Het inbrengen van adatrecht in de Indonesische grondwet in 1946 bracht nogal wat discussie te weeg, en is ook vrij waag gebleven.
Ook in de koloniale periode was men er vrij vaag over; privaatrechtleijk wordt het Adatrecht werd pas officieel genoend in 1928 (Indische Staats regeling 134-2 ).
Kijk ook eens naar de Scriptie van Mv J van der Meer (2006) over gemengde huwelijken,
http://dare.uva.nl/cgi/arno/show.cgi?fid=27984Tj
‘
Tj. Schillhorn van VeenParticipantVolgens Roosje Roos [http://www.roosjeroos.nl] is Radina op 26 Aug. 1942 op 81 jarige leeftijd overleden in Singosari (Malang)
mvg
TjTj. Schillhorn van VeenParticipantIn de eerste lotings lijsten (1816-1824) wordt de lengte gegeven in “Mesures du Rhin” (in “pieds” etc – zie http://resources.huygens.knaw.nl/pdf/Broncommentaren/voorlopig/Broncommentaren_V_Compleet.pdf – bijlage IV). Zo ook in de Franstalige “Code de la Milice National et la Garde Civique” (Belgie 1832). In latere geschriften (zie o.a. Reglement van de National Militie) wordt gesproken over de minimum (recruten) maat van 5 Rijnlandsche voeten (later in ellen en lijnen). Ik neem aan dat het Indisch leger (gerecruteerd in Harderwijk) deze maten gebruikte. De Indische almanakken noemen tot in de 20ste eeuw de Rijnlansche voet (.314 M) als lengte maat in Indië, naast de el (.688 m) en de Javaanse (1507 M) en Sumatraanse paal (1852 M).
Tj
Tj. Schillhorn van VeenParticipantTot ongeveer 1870 wordt in de Staatsbladen van Ned. Indie uitsluitend het “gewest” of “residentie” Kadoe genoemd (in 1818 zelfs “de Kadoe”) waarin het regentschap Magelang en hoofdplaats Magelang. In de periode 1870-1890 wordt wisselend Kadoe en Kedoe gebruikt; later meer Kedoe. Details betreffende de districten/ gemeeenten etc. zijn te vinden in de ordonnantie van de GG # 73 in Staatsblad van 1/3/1874 (“Herziening verdeling regentschappen….”.) Een plaats Kadoe bestaat niet, wel plaatsen zoals Kadoe-bebek, Kadoe-boengbang in andere residenties.
Tj
Tj. Schillhorn van VeenParticipantIk heb in de Gelijkstelling data slechts een persoon met de achternaam Yong gevonden (Lian Bie Yong. 11/9/1915); een twintigtal met Yong als een van de voornamen. Nu worden de Chinese voor-, en achternamen nog wel eens verward, dus dat zegt niet zoveel. Het zou dus kunnen dat de voornaam en achternaam verwisseld zijn. Wvb de voornaam initialen: Wie en Wan komen nogal eens voor, er is geen voornaam beginnend met een C. Achternamen met een W zijn zeldzaam (Wee, Whie). Deze laatste geven ook al aan dat de spelling varieert, Yong/Jong/ etc. en misschien Young.
Niet veel hulp dus.M.v.g.
Tj
-
AuthorPosts